Dichterbij dan ooit op Dinsdag - Poëzie

Aan de rand van Niemandsland

Ik heb de tak gezien

Die dag in de zomer

Toen de hemel bestendig blauw bleef kleuren

En de rivier ver buiten de oevers trad

Alles verzwolg en in haar kielzog meesleurde

 

Het beeld van de tak

Stil, nat, ietwat verschrompeld, fragiel

Licht, en ook donker

Had ik al verdwaalde, dwalende tak gezegd?

 

Ik heb de tak opgeraapt

Een paar dagen later

Toen de muren van woest water afgebroken waren

En een spoor van vernieling zichtbaar werd

De tak tegen de rand tot stilstand gekomen

 

Voorzichtig, zodat zij niet zou breken

Te drogen gehangen in het atelier

Waar ze het licht ving, de duisternis filterde

De stilte tussen onuitgesproken gedachten en woorden opving

 

Ik heb de tak

In de maanden die volgden

Wolkjes zeilden zilverwit langs het raam 

En terwijl zij opdroogde en verdorde 

Haar schoonheid veranderde van vorm

 

Het beeld van de afgestorven tak

Stil, droog, ietwat verschrompeld, krachtig 

Donker, en ook licht

Had ik al magistrale, stralende tak gezegd?

 

Ik heb de tak teruggegeven

Op deze dag, aan het einde van de winter

Vroeg in de ochtend schitterende sterren hoorde vallen

Woordenvolle gedachten, neergetuimeld uit de hemel

Die mij tot deze wolkenloze woorden dreven

 

In een terloopse verte

Waar ik haar vond, daar is zij heen

Op het punt waar alles verdwijnt en weder keert

Aan de rand van Niemandsland

 

Venlo, 9 maart 2022

[voor vriend Vérité]

Reageren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *