Vriendschap op Vrijdag - Verhalen

Danny Verhaeg: Leven in beweging

Op onze aarde wonen bijna 8 miljard mensen met een eigen levensverhaal. Talloze momenten, hoogte- en dieptepunten vanaf de dag van geboorte tot het moment van sterven maken van elk leven iets bijzonders. Een verhaal kent een begin, een midden en een eind, geen enkel verhaal is hetzelfde. In de serie ‘Vriendschap op vrijdag’ vertel ik verhalen van mensen die laten zien dat je zelfs uit de meest nare omstandigheden levenskracht kunt halen, door er simpelweg met onverzettelijke moed de schouders onder te zetten en door te gaan. Deze keer het verhaal van Danny Verhaeg. Vijf jaar geleden interviewde ik hem voor Krag.nu en was diep onder de indruk van de manier waarop hij omging met fikse misère in zijn leven sinds zijn vierde jaar.  Deze bewondering is alleen maar toegenomen na de tijd die we nu samen hebben doorgebracht om tot dit prachtige verhaal te komen.

De dood van mijn vader (2017, 24 jaar oud)

Woensdag 6 september 2017 was een dag waarop het leven alle glans verloor. Mijn moeder en ik waren boodschappen gaan doen, en bij thuiskomst troffen we mijn vader aan. Dood. Hij had een eind aan zijn leven gemaakt. Het was alsof alle lucht uit de kamer werd gezogen, alsof ik in een vacuüm zat. De wereld stond stil, het leek een soort droom, nee, een nachtmerrie. Opeens besefte ik: ‘ik had nog zo graag een gesprek met hem gehad, en nu is het te laat. Mijn vader is dood. Mijn beste vriend is er niet meer’. Dolf, zoals ik mijn vader noemde (hij was officieel mijn stiefvader, mijn biologische vader heb ik nooit gekend), was een actief en sportief mens. Totdat hij werd aangereden door een auto en in een rolstoel terechtkwam. Hij kreeg last van neuropathie en pijn. Zóveel pijn, dat mentaal het licht uit ging bij hem.

In de tijd die volgde had ik geen besef van wat er gebeurde. De wereld om me heen met alle mensen draaide gewoon door, alsof er niets gebeurd was. Beseften ze dan niet dat ik pijn had, me geen raad wist met mijn verdriet? Dat ik mijn vader nooit meer zou zien of om raad kon vragen? Ik bleef met vele vragen, en ja, ook met een schuldgevoel, achter. Hoe erg ik het vond dat hij dit alleen had moeten doen, ik was er zo graag voor hem geweest. Hoe oneerlijk, dat één van de liefste mensen uit mijn leven zoveel had moeten dragen. Kracht naar kracht? Dit was echt teveel van het goede geweest. Het was gekmakend, al deze gedachtes, gelukkig kon ik met een goede vriend, wiens vader ook door zelfdoding om het leven was gekomen, goed praten. Door hem ben ik aan een stuk verwerking toegekomen wat anders wellicht niet was gelukt. Mijn herinnering aan mijn vader nu? De man die er altijd voor mij is geweest, alles samen met me deed. Ziekenhuis in en uit, omdat ik als klein kind door een brand levensgevaarlijke verwondingen had opgelopen. Op de dag dat hij stierf was dat ruim twintig jaar geleden, en vanaf dat moment is mijn leven een grote rollercoaster geweest.

Het allesverwoestende vuur (1997, vier jaar oud)

Het was een koude, mistige nacht. De brand die uitbrak, sloeg zó hard om zich heen dat het hele appartement in een oogwenk in lichterlaaie stond. Mijn moeder kon niet bij me komen, het vuur zat ertussen. De brandweer haalde me uit huis, ik was er heel slecht aan toe en werd onmiddellijk op transport naar het Brandwondencentrum in Beverwijk gezet.

Mijn situatie bleek kritiek: gezicht, arm en romp waren dermate verbrand dat ik vier maanden in een kunstmatige coma ben gehouden. De artsen hadden geen idee hoe ik er aan toe zou zijn als ik wakker werd. Kon ik nog iets? Praten, lopen, dingen begrijpen? Welke schade hadden mijn hersenen opgelopen? Mam stond voor de onmogelijke opgave om keuzes te maken over mijn toestand. Toen ik eenmaal uit coma was, besefte ik niet wat er gebeurd was, maar de eerste herinnering die ik heb, is pijn. Verschrikkelijke pijn aan mijn lichaam, aan de brandwonden, aan hoe het voelde als de verbanden verwisseld werden.

Door vier maanden coma waren mijn hersenen ook min of meer in slaap gevallen en ik moest alles wat ik als kleuter had geleerd opnieuw leren: eten, drinken, plassen, lopen. De ene na de andere operatie volgde: mijn onderarm werd geamputeerd, aan de linkerhelft van mijn gezicht kreeg ik tientallen operaties om het oog en oor zo goed mogelijk te krijgen. Het vuur had me flink te grazen genomen. Al met al duurde dit herstel anderhalf jaar en verbleef ik in Beverwijk. 

Terug in Venlo (1998, vijf jaar oud)

Eenmaal terug in Venlo kwam ik in een heel nieuw huis. Het appartement was onherstelbaar verwoest, niets van de spullen was gered. Omdat ik geen herinneringen had aan voor het ongeluk, kende ik mezelf niet anders dan hoe ik nu eruit zag. Op de lagere school had ik wat vriendjes, op die leeftijd gingen ze er nog goed mee om. Ze groeiden als het ware met me mee op. Toen ik 11 jaar was, kreeg mam een relatie met Dolf en zoals ik al zei: hij werd mijn échte vader. Het was bijzonder dat ze samen in mijn leven waren, met alle moeilijkheden die we achter de rug hadden en alles wat nog komen ging.

Alles werd anders (2005, twaalf jaar oud)

Terwijl ik zelf vriendelijk en respectvol naar anderen was, werd ik door mensen uitgescholden en slecht behandeld, ze lachten me uit of lieten me stikken. De vriendjes van de lagere school wilden niet meer met me gezien worden. Ik voelde me onbegrepen, alleen. Niemand wist hoe het was om mij te zijn. Om te moeten leven met zware verwondingen die nooit meer goed kwamen. Met een lichaam dat kapot was, een verslagen geest en een tot moes geslagen ziel. Ik ontwikkelde een manier om daarmee om te gaan: ik beet van me af en werd hard naar anderen. Keihard. Pesters kregen bij mij geen kans, omdat ze wisten dat er met mij niet te spotten viel. Ik ging de confrontatie aan, sloeg letterlijk van me af. Inmiddels stond ik als ‘probleemkind’ bekend, tot groot verdriet van mijn ouders. Weet je, ik was mezelf niet meer.

Ontspoord (2010, zeventien jaar oud)

Ik zat in het laatste jaar van de middelbare school, deed helemaal niks meer, lag alleen nog maar op de bank te gamen. Als klap op de vuurpijl maakte mijn vriendinnetje het uit en toen ontspoorde ik volledig. Ik dronk dag in dag uit, was boos op alles en iedereen en zag het hele leven niet meer zitten. Mijn ouders herkenden me niet meer, het was alsof het beest in me los was gegaan. Ik vereenzaamde in een razendsnel tempo en na een zware psychische crisis werd ik opgenomen op een gesloten afdeling. Na deze opname ben ik in een traject begeleid wonen terecht gekomen en dat heeft voor de nodige rust gezorgd. Ik kreeg werk als huismeester in een verzorgingstehuis voor bejaarden in Roermond. Prachtige verhalen vertelden die mensen, en ik werd (en word) echt gewaardeerd om wie ik ben. Ik deed leuke dingen in mijn vrije tijd (voetballen en chillen met mijn beste vriend), het leven kreeg zo’n goede draai dat ik klaar was om uit te vliegen en zelfstandig ging wonen.

Leven in beweging (2017, 24 jaar oud)

Het vorige interview dat jij met me hebt gedaan voor Krag.nu, heeft veel beweging in mijn leven gebracht. Eerst ging ik vrij anoniem over straat, nu werd ik voortdurend herkend en aangesproken. Mensen vertelden me wat een bewondering ze voor me hadden, en hoe blij ze waren dat ik mijn levensverhaal had gedeeld. Op Facebook kreeg ik honderden reacties, allemaal met een positieve insteek. Dat deed me goed, ik was toch een beetje bang dat er negatief op mijn verhaal gereageerd zou worden. Door dat interview werd ik benaderd door BNN, met de vraag of ik mee wilde werken aan het programma ‘Je Zal het Maar Hebben’, waarin jongeren worden gevolgd die ondanks hun ziekte of beperking alles uit het leven halen. Dat heb ik gedaan, ik ben ook nog aangeschoven bij ‘De Wereld Draait Door’. En ook dat leverde weer talloze reacties op, op straat en overal. Het was fijn om te zien dat mijn manier van denken en leven zo’n goede impact heeft op anderen, toch heb ik er wel aan moeten wennen in het begin. Ik ben altijd nogal op mezelf geweest, snap je?

En toen kwam de liefde ( 2018, vijfentwintig jaar oud)

In het voorjaar van 2018 leerde ik een meisje kennen, we werden verliefd en zijn vrij snel gaan samenwonen. Hoteldebotel verliefd was ik in het begin, het was heerlijk om met iemand samen te zijn. Ruim twee jaar heeft deze relatie geduurd, totdat ik besefte dat ze niet de ware was. We leken meer vrienden dan partners van elkaar, als je begrijpt wat ik bedoel. Het gevoel kwam niet meer, en ik heb er een punt achter gezet. Heel sneu vond ik dat wel. Ik heb het als zestienjarige meegemaakt dat ik door een meisje aan de kant werd gezet, dat brak mijn hart. ‘Wat heb ik fout gedaan?’ dacht ik, en had intens verdriet erover. Zo’n hartzeer gun ik niemand, vandaar ook dat het me diep raakte om de relatie met haar te beëindigen. Ik wil niemand verdriet doen.

Lichaam en geest  (2022, negentwintig jaar oud)

Fysiek heb ik toch wat beperkingen. Omdat ik maar een arm heb, is het lichaamsgewicht verkeerd verdeeld waardoor ik fikse rugklachten heb. Mijn longen hebben een flinke klap gehad tijdens de brand, de longinhoud is verminderd waardoor ik niet langere tijd achter elkaar bezig kan zijn. Ook het zicht is behoorlijk verminderd, de traanbuizen zijn beschadigd. Mijn gezicht  is verminkt, dat heb ik geaccepteerd want ik kan toch nooit meer terugdraaien wat er is gebeurd.

In Venlo kijkt niemand raar op als ze me zien, maar als ik ergens anders ben, word ik  van top tot teen bekeken. Mensen denken dat ik geestelijk niet in orde ben, gaan tegen me praten alsof ik niet goed snik ben. Daar steek ik geen energie in, in iemand die niet verder kijkt dan zijn neus lang is. Daten bijvoorbeeld, gebeurt steeds meer digitaal, en met een swipe naar links of rechts bepaal je of je met iemand verder wilt of niet. Kijk, ik ben realistisch genoeg om te zeggen dat als iemand mijn profielfoto ziet, ze niet snel naar rechts zullen swipen. Het is jammer, maar ja. 

Ik heb daar overigens geen slapeloze nachten over, ik blijf niet in het negatieve hangen. Integendeel, ik steek mijn borst vooruit, wil het maximale uit het leven halen en honderd jaar worden. Laat het leven op me afkomen, en doe wat ik graag wil doen. Werken, sporten, uitgaan, chillen met vrienden. Ik houd mijn geest zo zuiver mogelijk, kijk nauwelijks televisie, ik lees liever een goed boek. Ik heb geen social media, dat is een schijnwereld, niet de echte. Ik droom er wel eens van om weg te gaan uit Nederland, naar een mooi plaatsje op de wereld met veel zon, waar het leven niet zo opgejaagd is als hier. 

Ik kan heel goed solitair leven, heb echt behoefte aan tijd voor mezelf, om mijn eigen dingen te doen en alleen te zijn met mijn gedachtes. Het is een nieuwe tijd nu, waarin niets meer lijkt op hoe het vroeger was. Het negatieve neemt de overhand, mensen staan lijnrecht tegenover elkaar, of het nu Corona, de klimaatcrisis of de oorlog in Oekraïne betreft. Iedereen ventileert maar zijn eigen gedachtes, die vaak haaks op elkaar staan hierover, terwijl wij het als mensheid samen zouden moeten doen. Samen. Niemand staat boven een ander, als we elkaar wat meer de ruimte geven ziet de wereld er al heel anders uit. Ik sta als mens in het midden, want het een kan niet zonder het ander. Licht kan niet zonder donker, gelukkig en ongelukkig zijn hoort bij elkaar, rijkdom verkies ik niet boven armoede, arm en rijk bestaat ook naast elkaar. Ik ben tevreden met kleine dingen, die zijn voor mij groots genoeg. Ik omarm het leven, al is het met een arm, ik omarm het met alles wat ik heb. 

1 Comment

Reageren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *