Door de tijd op Donderdag - Vroeger

Tot dusver een heel gewone dag

Al dagen gonst het van de activiteiten in de binnenstad: Venlo maakt zich op voor de Venloop! Wat in 2006 begon als initiatief van acht mensen die een hardloopwedstrijd in onze stad wilden neerzetten, is inmiddels uitgegroeid tot een vierdaags evenement dat tienduizenden mensen trekt. Vrachtwagens rijden af en aan, tribunes worden opgebouwd, routeborden zijn geplaatst, en het Julianapark is omgetoverd tot één groot clublokaal voor alle deelnemers. Vanochtend vroeg, op weg naar Fysio Drie, fietste ik over de Parade. Posters met met aanmoedigende kreten en banners versieren deze straat waar de finish van verschillende evenementen plaatsvindt bij de Keulsepoort. Een herinnering van tien jaar geleden flitste door mijn hoofd.

Het was een mooie lentedag in maart. Er stond een pril zonnetje aan de lucht, het draaiorgel speelde vrolijke deuntjes, en het geroezemoes van stadse geluiden klonk als een kabbelend beekje op de achtergrond. Het leven in de binnenstad van Venlo. ’s Middags pakten we onze spullen om een bezoek te brengen aan mijn ouders in het zuiden van het land en we vertrokken ruim op tijd richting station.

Tot dusver een heel gewone dag.

Mijn voordeur is een portiekje met een soort bankje ernaast dat een grote aantrekkingskracht heeft op allerlei mensen. Ze gebruiken het om te schuilen tegen de regen, sigaretten en joints te roken, te eten en te drinken. De man van een winkelende vrouw speelt een aparte rol in mijn portiek. Deze wordt meestal als een onwillige ezel over de keien meegesleept en uiteindelijk aan een paaltje vastgebonden bij Ditz, Bylgia, of waar dan ook. Maar hier niet! Hij gebruikt mijn portiekje om er, zittend op het bankje met een semi-nonchalante ‘je ne sais quoi’ houding te doen alsof hij de tijd van zijn leven heeft.

Tot dusver een heel gewone dag.

Het was zó druk dat ik er lang over deed om buiten te komen, en toen ik een blik wierp op de klok van de Martinuskerk, zag ik dat we nog maar twaalf minuten hadden om op het station te komen. Kind Een liep met ferme pas voorop, Kind Twee hield de ogen strak gericht op haar smartphone en leek door een onzichtbaar besturingssysteem richting station te worden gedreven. Kind Drie, Vier en Vijf liepen aan mijn hand. Het zweet liep in straaltjes langs mijn ruggengraat naar beneden, ik had een hoofd als een boei. Van mijn normaal gesproken rustige houding was weinig overgebleven.

Tot dusver een heel gewone dag.

Terwijl ik Kind Vier op mijn arm pakte en Kind Vijf in een wurggreep achter me aan trok hoorde ik Kind Een met een dwingende stem ‘Mama!’ roepen. Ze had rode blossen op haar wangen. ‘Heb je het ook al zo warm?’, verzuchtte ik, ‘kom, loop nu maar gauw door, we hebben nog precies zes minuten om op het station te komen. Wat spoken die mensen hier allemaal uit, hebben ze niets beters te doen?’ ‘Maar mama…’ sprak Kind Een op gekwelde toon, maar hield wijselijk haar mond toen ze de blik op mijn gezicht zag.

Tot dusver een heel gewone dag.

Tegen de tijd dat we het voormalige postkantoor links van ons lieten en ik zag dat we op tijd waren, haalde ik opgelucht adem en keek om me heen. Wat een mensen, en waarom zwaaiden ze allemaal naar ons? Verbouwereerd zwaaide ik met een slap handje terug. Ik hoorde muziek, en opeens klonk er een stem door de luidsprekers: ‘Daar komt ze bijna over de finish, een moeder met één kind op de arm, twee kinderen aan de hand. Wat een doorzettingsvermogen! Geef hun een groot applaus, dames en heren!’ Om me heen barstte het geklap en gejoel los. Mijn mond zakte open van verbazing: ik stond midden in de finish van de wandeltocht van de Venloop.

Kind Drie, Vier en Vijf leken wel een cursus bij de drie koninklijke prinsessen te hebben gevolgd. Ze wuifden naar de mensen alsof ze hun leven lang niets anders gedaan hadden. Kind Een was al lang gevlucht naar het station, Kind Twee liep nog steeds zonder op of om te kijken van haar telefoon. Kind Drie, Vier en Vijf hebben de hele treinreis overigens niets anders gedaan dan met een minzame blik op hun gezicht naar iedereen zwaaien.

De mooiste en meest opmerkelijke dingen gebeuren voor je neus, telkens weer.

Tot dusver een heel gewone dag.

5 Comments

  1. un bel souvenir het zijn de kleine dingen die het doen 🫶🏻🙏🏻🍀🐞🐞 chi-chi

  2. Wat geniet ik weer van jouw verhaal. Het creatieve brein, dat soms zo bezig is met creatief te zijn, om vervolgens ook nog de “gewone” dingen erbij probeert te proppen, overloopt en…….dan tegen de realiteit aan loopt.
    Wat een heerlijk verhaal. 😊

  3. Wat weer geweldig geschreven. Zie jou en je meiden zo voor me.
    Je verhaal zorgt voor een grote glimlach op mijn gezicht.

Reageren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *