Magie en Misère op Maandag - Blogs

Alles verdwijnt en verandert en blijft

Lange tijd had het geregend. De rivier was ver buiten haar oevers getreden, mistbanken hingen boven het water. Onder het schijnsel van de maan leken ze vanuit zichzelf op te lichten, en glinsterden. Een enkele auto reed over de brug. De intercity van 5.33 uur naar het noorden van het land was op tijd vertrokken, het geluid van de wielen over het spoor drongen slechts gedempt tot me door. Het had gevroren, de grond onder mijn voeten knisperde en was zo teer en ongerept dat ik bijna geen stap durfde te zetten.

De Wachters van Tajiri keken toe, en in deze tijd, waarin de wereld steeds sneller leek te draaien, gaven de metershoge beelden me elke ochtend een geruststellend gevoel. Roerloos, stil, onveranderlijk. Het was alsof ik alleen op de wereld was, samen met hond Totó. Er lag een laagje sneeuw, hij stoof er doorheen, gleed uit en belandde pardoes een metertje verderop. Ik lachte hardop, blies wolkjes van mijn adem en dacht na.

Op het nieuws was gesproken over complete chaos op de wegen omdat er tien centimeter sneeuw was gevallen. Ik vroeg me af hoe een land als Oostenrijk zich handhaafde. Daar was tien meter sneeuw gevallen, en in de Japanse Alpen zelfs 38 meter. Zouden de inwoners van deze landen, met échte winters, in hun vuistje lachen als ze vernamen dat ons land in staat van wanorde was door tien centimeter sneeuwval? Dit voorbeeld stond eigenlijk synoniem voor ons dagelijks leven, peinsde ik. Wat voor de ene mens een onoverkomelijk probleem is, is iets waar een ander de schouders bij ophaalt en denkt: nou en? 

Hond Totó stak zijn snuit in een grote hoop zand, waaronder een mol leefde die afgelopen week in een genadeloos tempo het hele veld had omgeploegd. Een paar vroege vissers liepen naar de plek waar voorheen de kade was en nu veroverd was door een toom eenden en ganzen, snaterend van plezier omdat hun zwembad zoveel groter geworden was. Eén visser mopperde luidruchtig en keek zoals een driftig kind, vlak voordat het zich, dwars tot op het bot, op de grond gooit en met de benen trappelt. De andere visser stak zwijgend een sigaret aan en keek met hoopvolle blik om zich heen, op zoek naar een alternatieve vislocatie.

Ik dacht aan de woorden van Myrthe van Opstal, die jarenlang als danser verbonden was aan het Nederlands Dans Theater in Den Haag. Met dit gezelschap was ze de wereld overgegaan om dansvoorstellingen te geven. In 2020 interviewde ik haar en ze sprak: ‘Ik kom er met mijn hoofd niet bij dat er buiten deze wereld ontelbaar veel sterrenstelsels zijn, dat we maar een klein stipje zijn in iets waar oneindig veel leven is. In het grote geheel gezien lever ik maar een minuscule bijdrage aan de lange tijd van de mensheid op aarde.’ Een maand geleden, tijdens ons tweede interview zei ze: ‘Ik geloof dat we er iets moois van moeten maken, in de korte tijdspanne die we hebben als mensen hier op aarde. Laten we eruit halen wat erin zit.’

Het licht verschoot van kleur en ik zag de reiger, die opdoemde uit de mist. Hoog in de lucht, zwierend als een ballerina. Gedragen door de wind vloog hij dartelend, duikend en zigzaggend door de mistflarden. Even, heel even, hield hij stil, een roerloosheid waar ik niets van begreep, alsof hij door onzichtbare handen op de plaats werd gehouden, om vervolgens in één rechte lijn naar beneden te duiken. Hij landde op de rots waar ik regelmatig een praatje met hem maak. De mist trok langzaam op.

Het was stil. Ik hoorde het gekrijs van de meeuwen, voelde de adem van de wind en rook het zout van de rivier. Ik besefte dat allesverdwijnt op een dag, alsof we een mistbank inlopen die niet meer optrekt. En dat alles verandert, door de evolutiekoers die de mensheid ingeslagen is. 

Toch zal de wind altijd blijven waaien en het water door deze rivier blijven stromen. De grond waarop ik nu loop, blijft. Alles verdwijnt en verandert, de Wachters van Tajiri blijven bestaan.

We huppelden naar huis, Hond Totó en ik. 

Foto: Evert Cuijpers

3 Comments

  1. De sneeuw is inmiddels gesmolten nu ik dit lees. Fijn om even met je mee te mogen reizen. Ik stel mijzelf de vraag:”zal ik ook eens die vroege trein nemen en naar net zo’n rustig plekje reizen samen met mijn hond Max?
    Bedankt voor het delen, Luca

  2. Ik geloof ook dat we er iets moois van moeten maken. Ieder op zijn eigen manier.
    Blijf jij vooral ook mooie stukjes schrijven?

Laat een antwoord achter aan Jolanda Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *