Vriendschap op Vrijdag - Verhalen

Pieter Duijf – een leven in Cursiefjes

Vraag een: wat is de huidige staat van je gedachten?

Het is nu een uur of vijf in de ochtend. Ik ben een vroege vogel, altijd al geweest. Mijn gedachten gaan dan meteen naar het weer. Regent het? Is het koud? Glad wegdek, waaiende wolken? De reden hiervoor is dat mijn enige vervoermiddel de fiets is, ik moet dus altijd door weer en wind. Vroeger trapte ik op eigen kracht, nu ga ik voort op een e-bike, aangeschaft nadat ik zes jaar geleden met hartproblemen in het ziekenhuis was beland. Twee weken lang ging ik van onderzoek naar onderzoek, ik werd ook gekatheteriseerd. Het zag er niet goed uit. Jij lag in die tijd ook in het ziekenhuis, een verdieping hoger. We mochten allebei niet van de afdeling af, toch wist jij enkele malen te ‘ontsnappen’. Weet je nog, die zaalarts met die prachtige naam? Vladimir L’Espoir. Dat is een naam uit een boek of film of allebei, maar geen naam van iemand die in het Venlose ziekenhuis werkt. Je was erbij toen hij zei: “U heeft er rekening mee te houden dat deze meneer niet oud gaat worden!” Hij raadde me zelfs af om zelfstandig te blijven wonen, lichtte de optie om een ICD-kastje te laten plaatsen toe en had het met jou over een scootmobiel. Dat werd dus een e-bike. Daar denk ik nu ineens aan terug ja…

Vraag twee: wat is je vroegste herinnering?

Ik was piepjong, ging nog niet of net wel naar de kleuterschool. Ik zat als het even kon iedere vrije morgen bij de radio, zo’n ouderwets houten geval met twee draaiknoppen en enkele druktoetsen. Ik luisterde dan naar de Arbeidsvitaminen, een programma dat van 10 tot 12 uur werd uitgezonden. Ik zong dan sommige liedjes mee, de toetsen van de radio vormden mijn denkbeeldige piano, waarop ik de artiesten begeleidde. ‘Zwei kleine Italiener’ van Conny Froboess was een van mijn favorieten.

Vraag drie: wat waardeer je in vriendschap?

Het klinkt saai en als een cliché. Dat zijn vertrouwen en eerlijkheid. Uithuilen bij degene die me het meest dierbaar is. Vriendschap betekent ook dat ik die ander bepaalde gevoelens en gedachten kan toevertrouwen en deze dan niet met anderen deelt. Je hebt een soort wederzijdse geheimhouding naar elkaar toe. Ik ben kieskeurig in mijn vriendschappen. Ik zit niet bij een vriendenclub of zo, ga wel met veel mensen vriendschappelijk om. Mijn meest dierbare vrienden, of moet ik zeggen vriendinnen, zijn trouwens vrouwen.

Vraag vier: wat is een bijzondere ontmoeting geweest door je werk als journalist?

Dat zijn er meerdere. Voor ‘VastWerken”, een magazine van en voor oud-marinemensen interview ik eens per kwartaal een lezer. Het verhaal van Bruno, een man uit Barneveld is me het meest bijgebleven. Hij was als peuter samen met zijn moeder in erbarmelijke omstandigheden opgegroeid in een Jappenkamp. Zijn vader werkte destijds mee aan de beruchte Birma-spoorlijn, ook wel bekend onder de naam Dodenspoorlijn. Duizenden dwangarbeiders hebben daar het leven gelaten, zo ook de vader van Bruno. Het interview moet een jaar of tien geleden zijn geweest. Bruno woonde alleen en knutselde graag aan zijn auto en elektrische apparaten. De haat jegens de Japanners zat zo diep, dat hij nooit of te nimmer een Japanse auto of apparatuur zou kopen. 

Een ander verhaal dat indruk op me heeft gemaakt is het interview voor De Kapper met Claudio Costa, de pannenkoekenbakker van Jagersrust. Claudio is geboren en getogen in Fortaleza, een miljoenenstad in het noordoosten van Brazilië. Daar werkte hij als grafisch ontwerper. Echter: de liefde dreef hem naar Schandelo. Daar woont hij samen met vriend Pierre aan de grensovergang met het Duitse Straelen, heel afgelegen dus. Een groter contrast met Fortaleza met een gemiddelde jaartemperatuur van 28 graden Celsius kun je niet bedenken. In zijn vrije tijd werkt Claudio als beeldend kunstenaar en hij maakt in mijn ogen de allermooiste werken, waarin je zijn grafische achtergrond herkent. Claudio werkt vaak ’s nachts aan zijn kunst, met een fles wijn binnen handbereik. Onlangs heeft hij nog geëxposeerd in Venlo.

Vraag vijf: is er iets dat je moeilijk kunt vergeten en vergeven?

Ik geloof dat ik behoorlijk vergevingsgezind ben ingesteld en dan is het ook vergeven en vergeten. Omzien in wrok hoort niet bij mijn karakter. Wel kan ik iemand eenvoudig ‘skippen’ uit mijn leven. Ik ben zeer zorgvuldig in het kiezen van mensen waar ik mee om wil gaan.

Vraag zes: welke liefde heeft grote indruk op je gemaakt, en waarom?

Zoals ik al zei: ik heb een vrij kleine ‘inner circle’ van vrienden en vriendinnen, maar de liefde voor mijn zoon Daan wil ik er toch uitlichten. In oktober vierde hij zijn 32ste verjaardag. Hij is een maand te vroeg geboren in het Venlose ziekenhuis. Daan bleek wat fysieke ‘mankementen’ te hebben en moest voor een spoedoperatie worden overgebracht naar het Radboudziekenhuis in Nijmegen. Ik mocht hem in de ambulance begeleiden, Monique, mijn toenmalige echtgenote, bleef in Venlo achter om te herstellen van de spoedsectio. Wel heeft ze Daan nog even vast mogen houden. In de maanden daarna heeft Daan nog enkele risicovolle operaties moeten ondergaan. Waar we aanvankelijk bang voor waren, is hij naderhand gelukkig geen zorgenkind geworden. 

Toen hij een jaar of zes was, zijn Monique en ik gescheiden. Dat was een zware dobber. In die tijd zat ik in een hele diepe dip. Alles was uit mijn handen geglipt waardoor ik allerminst een prettig gezelschap was. Ik was in mezelf gekeerd. Twee maanden heb ik op de PAAZ(=Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis) doorgebracht, gevolgd door één jaar dagbehandeling. Ik vind het nog steeds jammer dat ik in die tijd, door dit alles,  weinig betrokken was bij de opvoeding van Daan. En nog steeds zien en spreken we elkaar te weinig. Dat komt wellicht ook door de afstand: hij woont met zijn vriendin in Houten bij Utrecht. 

Van beroep is hij muzikant/componist en maakt hij muzikale tapijtjes bij reclamespots, die je ook geregeld op de landelijke tv en radio voorbij ziet, nee hoort, komen. Ook verzorgde hij mede de muziek bij de heropening van Paleis Het Loo vorig jaar. Deze show is rechtstreeks op de publieke omroep uitgezonden. Daarnaast heeft hij enkele jaren geleden samen met Egbert Derix de muziek verzorgd voor Enchanted Gardens, het lichtfestival in Kasteeltuinen Arcen. Onlangs bracht hij een vinyl-album met eigen klassiek getinte pianomuziek uit. Af en toe proberen we samen een weekend er op uit te trekken naar een boeiende stad. De laatste keer was dat Hamburg. 

De liefde voor mijn zoon heeft dus grootse indruk gemaakt. 

Vraag zeven: hoe krijg je anderen aan het lachen?

Ik denk door mijn droge humor. Ik ben geen moppentapper, neem wel de situatie secuur in ogenschouw en plaats dan mijn opmerkingen met een komische kwinkslag.

Vraag acht: wat is de meest memorabele dat je ooit hebt meegemaakt?

Dat was de geboorte van Daan. Hij is erg volwassen geworden en zeer zelfstandig. Ja, ik ben trots op hem. In Maastricht haalde hij zijn bachelor biomedische wetenschappen en wilde in Utrecht een vervolgopleiding gaan doen. Het werd in die stad echter het conservatorium. In Utrecht ontmoette hij ook zijn vriendin Maartje.

Vraag negen: hoe ga je om met tegenslag?

Dat probeer ik in eerste instantie in mijn eentje te verwerken en op te lossen. Dat lukt niet altijd en dan is er tegenwoordig iemand waar ik naar toe kan uitwijken gelukkig.

Vraag tien: wat maakt het leven in een dorp als Velden zo bijzonder?

Het leven in een dorp -in dit geval Velden- is wezenlijk anders dan het leven in een stad. Ik ben al langer uit Velden weg dan dat ik er ooit gewoond heb. Het is de geborgenheid, de veiligheid en misschien ook de sociale controle die er heerst. Maar er is veel veranderd in al die jaren. Vroeger hoefden we eigenlijk nooit naar de stad. Velden was een dorp met alle denkbare voorzieningen: een aantal kruideniers, een kleine tricotagefabriek, twee cadeauwinkels, een drogisterij, meerdere kleermakers, een schoenwinkel, een rijk caféleven en ga zo maar door. Er was zelfs een textielwinkel met het allernoodzakelijkste, zoals ondergoed, kousen en overalls. Er is weinig van over gebleven. De kruideniers zijn ingewisseld voor één supermarkt. Ik heb nooit begrepen waarom mijn ouders begin jaren zeventig zijn verhuisd naar Venlo naar een saaie nieuwbouwwijk. Ik bleef in tegenstelling tot mijn broer Henk Velden trouw en fietste wekelijks enkele malen daarnaartoe om er te voetballen en te trainen. Ook ‘kliederde’ ik met nog enkele mensen het clubblad van IVO iedere maand vol. Henk meldde zich meteen na de verhuizing aan bij VVV’03 op de Herungerberg. Een enkele maal moesten tegen elkaar spelen. Dat werd dan op het scherpst van de snede uitgevochten. Velden is in de loop der jaren gegroeid qua inwonertal, maar de voorzieningen zijn minder geworden. Het dorp is van een kleine agrarische gemeenschap veranderd in een op Venlo gerichte forensenplaats. 

Vraag elf: hoe ziet je leven er over vier jaar uit?

Ik heb helaas geen glazen bol. De enige zekerheid is dat dan ruim de helft van mijn leven er op zit. Ik hoop dat ik er over vier jaar in ieder geval nog ben en het liefst zonder een vreemde of akelige ziekte, zoals Alzheimer of Parkinson. Het is mijn wens om nog steeds actief te zijn en te wonen in een fijn en aangenaam huis. Wel denk ik dat ik dan wat dingen heb afgebouwd. Over 4 jaar ben ik 74 jaar oud. Wat meer vrije tijd zou welkom zijn. Ik maak nog steeds lange dagen en werk van ’s morgens vroeg tot ergens in de avond, ook in het weekend.

Vraag twaalf: wat betekent God of religie voor jou?

De kerk en al zijn gebruiken zijn in mijn jonge jaren bepalend geweest voor mijn dagelijkse dingen. De eerste communie, het vormsel, de plechtige communie, de processies, de catechismuslessen, het jongenskoor, de feestdagen, 3-4 keer per week naar de mis. Totdat het op een gegeven moment allemaal niet meer hoefde van mijn vader. Waarom weet ik niet. Ik heb wel een vermoeden. De bemoeizucht van pastoor op het gezinsleven werd steeds meer grensoverschrijdend. Momenteel heb ik niets met de kerk, ga er ook zo min mogelijk naar toe. Wel steek ik af en toe een kaarsje op bij een kapelletje. Maar dat is bijgeloof.

Twaalf korte vragen

Wie is je favoriete gezelschap? 

Dat is dat kleine groepje echte vrienden en vriendinnen en mijn eigen familie. 

Wat is het beste tijdschrift?

National Geographic Historia

Wat is de mooiste muziek?

Er is zo veel mooie muziek gemaakt. Brian Wilson, Joe Jackson, David Byrne, Lady Gaga en natuurlijk de klassieke pianomuziek van Daan.

In welk werelddeel vertoef je het liefst?

Europa en dan bij voorkeur Zuid-Frankrijk en Italië. Ik hoef niet zo nodig verre reizen te maken om mezelf te zoeken en te vinden op een berg in Nepal of aan de oever van de Ganges, de heilige rivier die door India en Bangladesh stroomt.

In welk geschiedenistijdperk had je geboren willen worden?

Dat is een lastige vraag. De wereldgeschiedenis wordt door de eeuwen heen gekenmerkt door oorlogen, conflicten en natuurrampen. Vluchtelingen zijn van alle tijden. Ik heb daarom een hekel aan de term ‘gelukszoekers’ en de negatieve lading die er aan wordt gegeven. Wat is er mis om geluk te zoeken en te vinden? Ik ben zelf van 1954, hoor tot de babyboomers. Thuis waren we niet rijk, maar we hadden het goed en waren tevreden met de kleine dingen, met cadeautjes van een paar cent. We zijn nu in een stadium waarin we veel te consumptief zijn geworden.

Wat is het meest indrukwekkende citaat?

There’s a world where I can go and tell my secrets to

In my room, in my room

In this world I lock out all my worries and my fears

In my room, in my room

(Brian Wilson, tekst song ‘In my Room’)

Voor welk culinair hoogstandje leg jij je pen neer?

Een pasta met zeevruchten, ofwel Frutti di Mare. Het liefst met veel knoflook.

Wat is het meest veelzeggende woord?

Wellicht, daar zit meer vastberadenheid in dan in het woord misschien.

Wat is je lievelingssprookje?

‘De Vloek van Woestewolf’ van Paul Biegel.

Met welke prozaist zou jij een drankje willen doen?

Als hij nog zou leven: met Simon Carmiggelt in een café in de Amsterdamse Jordaan. Carmiggelt was een meester in het vertellen van ogenschijnlijk onschuldige verhaaltjes, maar er zit zo veel wijsheid in. Ik mis zijn Cursiefjes. 

Wat is een meesterwerk uit de natuur?

Dat is iedere boom.

Submit a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *