Myrthe van Opstal (Velden, 1987) wist op jonge leeftijd al dat ze danser wilde worden. Dat gevoel was zó sterk, als een virus waarde het rond in hun gezin en het stak ook haar zusjes Imre, Xanthe, en haar broer Marne aan. Ze werden allemaal aangenomen bij ArtEZ Vooropleiding Dans aan het Valuascollege in Venlo en in hun latere danscarrière is er een periode geweest waarin ze alle vier bij het Nederlands Dans Theater dansten. Nadat ze als danser de wereld heeft rondgezworven, is Myrthe teruggekeerd naar het oude nest. Ze woont, samen met haar man en kinderen, alweer een aantal jaren in Velden én is terug op de plek waar haar liefde voor dans ooit verder werd gevormd: ArtEZ Vooropleiding Dans in Venlo. Myrthe werkt hier als coördinator.
Vraag een: wat is je belangrijkste karaktertrek?
Niet de belangrijkste, maar wel een terugkomende karaktertrek is bemiddelen. Dat komt mede door mijn rol als oudste zus van vier kinderen denk ik. Ik zie dat er problemen of conflicten zijn en probeer vervolgens altijd naar een oplossing te werken door te bemiddelen tussen mensen. Dat kan in bepaalde situaties heel fijn zijn, zeker in mijn huidige functie bijvoorbeeld. In het verleden durfde ik niet altijd voor mezelf op te komen. Dat is iets wat ik in de loop der jaren wel geleerd heb en dat is een proces geweest.
Goed luisteren naar wat iemand te zeggen heeft en niet oordelen is heel belangrijk. We hebben als mens allemaal vooroordelen en zijn geconditioneerd door hoe je bent opgegroeid of door de context die bepaalt ergens iets van te vinden. Als kind is dat nog lastig te onderscheiden: wat vindt de wereld, en wat vind ik er zelf van? Hoe ouder je wordt, hoe beter je kunt filteren, en daardoor een oordeel kunt loslaten.
Vraag twee: welke eigenschap waardeer je bij een man?
Dat ze zich minder snel druk maken om bepaalde dingen. Ik denk dat mannen van nature wat meer praktisch zijn ingesteld, en daardoor iets makkelijker loslaten. Ze stappen sneller ergens overheen om vervolgens de toekomst tegemoet te gaan. Dat stukje practicaliteit is een eigenschap die me opvalt bij de mannen om me heen. Ik herken het ook bij mijn eigen man, hij is heel gevoelig, maar kan ook heel zwart-wit iets op een rij zetten: zo gaan we het doen! Vrouwen zijn daarin meestal anders dan mannen.
Vraag drie: voor welke tekortkoming van een vrouw heb je geen tolerantie?
Als je als vrouw je kinderen tekort doet. Ik spreek nu vanuit een moederlijke rol en ik ken in mijn omgeving geen enkele vrouw die dat doet. Er zullen heus wel redenen zijn waarom moeders hun kinderen soms minder aandacht geven, maar als een vrouw consequent haar kinderen negeert, dan heb ik daar geen enkele tolerantie voor. Daar kan ik niet tegen. Kinderen hebben hun moeder nodig. Altijd.
Vraag vier: welk talent zou je wensen?
Ik ben me er vroeger nooit zo van bewust geweest dat een danscarrière heel kort is. Van nature ben ik een podiumkunstenaar en als ik nog een ander talent had mogen wensen, dan was dat op het gebied van toneel en theater. Als acteur kun je tot in de oneindigheid doorgaan, en het podium beleven totdat je oud bent. Dat gaat als danser niet. Het beeld is vaak dat iets pas een talent is als het iets is dat je aan de wereld kunt laten zien. Er zijn immers genoeg vaardigheden die, figuurlijk gesproken, geen applaus krijgen, maar wel dag in dag uit terugkomen. Wat dat betreft zou ik graag beter willen worden in het loskomen van de smartphone, als voorbeeld voor mijn kinderen. Ik snap de meerwaarde ervan, zeker als je het inzet voor je werk, maar ik vind het bizar dat we zo verslaafd zijn geraakt aan smartphones, sociale media en er zo afhankelijk van zijn geworden.
Ik heb bewuste keuzes gemaakt en sociale media gelaten voor wat ze zijn. Ik wil die afleiding niet, ik leg mijn focus op andere dingen. Dan ben ik misschien wat minder goed bereikbaar of vindbaar, maar als je me echt wilt spreken of zien, dan is er heus wel een route te vinden.
Vraag vijf: wie zou je willen zijn als je jezelf niet was?
Ik kijk weleens series als ‘Downtown Abbey’, of ‘the Crown’ en als ik voor een dag iemand anders zou zijn, dan zou ik iemand van het koninklijk huis willen zijn. En dan het totale plaatje: de geschiedenis, de cultuur, de kledij. Het is de pracht en praal, maar meer nog de geestelijke uitdaging die me boeit. Ik snap dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn is, en dat spanningsveld tussen verplichting en rijkdom intrigeert me. Het vaststaande feit dat je in het koninklijk huis geboren bent, hoe ga je daarmee om? Ik zou het als een uitdaging zien om dat te ervaren, hoe het is om voor één dag koningin te zijn.
Vraag zes: wie heeft je de weg gewezen?
Mijn ouders. Ik spreek namens mijn zussen en broer, want ik denk dat we dit allemaal zo ervaren hebben. We zijn opgegroeid in een gezin waar alles wat je dwars zat of bezighield openlijk besproken werd. Een plek waar je kon praten over je dromen, waar je jezelf kon zijn. Door die gesprekken werd me de weg gewezen vanuit ouderlijk inzicht, vanuit levenservaring. En nog steeds wijzen ze me de weg, ook nu ik zoveel jaren ouder ben. Hun huis staat altijd open om dingen te delen en eerlijk met elkaar te bespreken. Ik heb natuurlijk ook mijn eigen inzichten en routines, keuzes die ik maak, maar mijn ouders zijn nog steeds zeer betrokken bij ons leven. Ook als grootouders. Ze wonen in Velden, ze zijn nog jong, mijn vader is twee jaar voor zijn pensioen. Met een beetje geluk krijgen ze nog heel wat jaartjes mee van ons, de kleinkinderen en de toekomstige kleinkinderen. Door hun rol als opa en oma komen er hele andere gesprekken op gang, ik leer mijn ouders op een andere manier kennen. En dat is bijzonder waardevol.
Vraag zeven: wat betekent thuiskomen voor je?
Thuiskomen in je eigen omgeving, het warme nest. Ik kom terug op het huis van ouders, want dat is het voorbeeld wat ik wil zijn voor mijn eigen kinderen. Een plek waar je jezelf kan zijn, waar je kunt afschakelen van de buitenwereld, een plek waar je echt plezier kunt maken en verdriet kunt voelen. Ik was 17 jaar toen ik het huis uit ging om te studeren aan de dansacademie, en ik kreeg een relatie met mijn vriend die inmiddels mijn man is. In de eerste drie jaar was het een afstandsrelatie, we waren soms wekenlang van elkaar gescheiden. We belden elke dag, even intunen, hoe is het, wat heb je gedaan? Soms was er niet zoveel te vertellen, maar dat dagelijkse gesprekje was thuiskomen voor mij. In de jaren dat ik onderweg was met het Nederlands Dans Theater was mijn broer er altijd. Op een gegeven moment zat mijn zus ook in het gezelschap en toen had ik altijd een thuisgevoel, waar ik ook werkte. Toen mijn eerste kind geboren was, ging hij mee op toer. Als ik dan midden in de nacht wakker was om hem te voeden, dan voelde ik me wel eens alleen, en toch is dat zo bijzonder om daar nu op terug te kijken. Ik hoef geen geurkaarsen of andere rituelen van thuis mee te nemen. Thuisgevoel krijg ik door te contacten met de mensen om me heen. Waar je ook bent, thuis heb je in jezelf en altijd bij je.
Vraag acht: Waar heb je oprecht een hekel aan?
Mensen die elkaar niet in hun waarde laten. Is het nu echt nodig om vervelende dingen tegen elkaar te zeggen? Of het nu in de fysieke of digitale wereld is, ik snap niet dat mensen conflicten zoeken, elkaar treiteren, uitschelden en door het slijk halen. Hou je toch bezig met andere zaken, er zijn toch veel belangrijkere dingen in deze wereld waar je je mee bezig kunt houden.
Vraag negen: wanneer was je het gelukkigst?
Dat zijn meerdere momenten geweest. Ik was bijvoorbeeld heel erg gelukkig toen bleek dat ik in verwachting was en dat de kinderen gezond ter wereld zijn gekomen. De dag dat mijn man en ik een partnerschap aangingen was een ander geluksmoment. Het klinkt misschien cliché, ik weet ook wel dat veel huwelijken en partnerschappen niet voor het leven zijn, maar ik was en ben gelukkig met wat ik heb, de liefde van de mensen om me heen. Ik heb een fijne schoonfamilie en een mooie band met mijn ouders, zussen en broer. Daar kunnen we de rest van ons leven op teren, waar we ook zijn. Pure euforie was het moment dat ik mijn eerste contract bij het Nederlands Dans Theater ondertekende. Als jonge danser had ik posters met handtekeningen van mijn idolen van dat gezelschap en nu danste ik daar zelf. Dat was echt mijn droom die uitkwam.
Vraag tien: wat is een omweg waard?
De verbinding tussen mensen, dat is waar het voor mij in het leven om gaat. Samen iets creëren, beleven en nieuwe wegen bewandelen. Om dat te bereiken, is het waard een omweg te maken. Ik zie een omweg als een proces dat naar een eindpunt leidt.
Vraag elf: is er iets waar je spijt van hebt?
Als ouder stel je jezelf de vraag wel eens: had ik dit niet anders moeten doen? In zo’n ouderlijk vraagstuk denk ik over dingen waar ik spijt van heb, na. Waarom heb ik iets zó gedaan? Ik zoek naar een manier om het een volgende keer anders te doen. Anders dan dat kan ik volmondig zeggen dat ik nergens spijt van heb. Niet van mijn beslissing om danser te worden, ook niet om na jaren weer te vertrekken uit de grote stad en hier in een dorp te komen wonen. Ik heb wat er in die tijd was enorm opgezogen en zo is het goed. Wat ik achteraf wel jammer vind, is dat ik in mijn jaren als danser niet méér tijd met mijn opa’s en oma’s heb doorgebracht. Ik ging toen zo op in het leven binnen een dansgezelschap. Ik hoop dat mijn kinderen later veel tijd blijven doorbrengen met hun grootouders.
Vraag twaalf: geloof je ergens in?
Ik geloof dat er meer is tussen hemel en aarde. Ik heb, denk ik, een holistische zienswijze. Energie speelt daarin een grote rol, we zijn meer dan een combinatie van cellen. Ik geloof dat er dingen zijn waar we niet direct een vinger op kunnen leggen. Tegelijk geloof ik ook in wetenschap, en ben uiterst kritisch daarin, en geloof vooral ook in eigen onderzoek. Als iemand zegt: ‘het is A’, dan denk ik altijd: ‘ ja, maar er is ook nog een B’. Ook geloof ik in mensen, zolang er eerlijkheid in schuilt. Transparantie is heel belangrijk en jammer genoeg zien we daarin tegenwoordig veel vertroebeling. En het allerbelangrijkste: ik geloof dat we er iets moois van moeten maken, in de korte tijdspanne die we hebben als mensen hier op aarde. Laten we eruit halen wat erin zit. Voor ons lijkt de wereld immens, terwijl het in het grote geheel gezien maar een heel klein stukje leven is. En dat is mijn geloof, mijn ritueel: het samenzijn waarborgen, met mijn familie en mijn gezin.
Twaalf korte vragen
Wie is je favoriete scenarioschrijver?
Een scenarioschrijver die ik erg waardeer om de prachtige films die hij schrijft en maakt, is Christopher Nolan. Films zoals ‘Interstellar’ of ‘Inception’ maken iedere keer dat ik ze zie een enorme indruk op me. Ik ben vorig jaar met mijn zus en moeder naar een concert van Hans Zimmer, de componist van deze filmmuziek, geweest. De muziek en beelden waren zo episch dat we het heel jammer vonden dat het concert voorbij was. Vroeger keken we thuis veel films en we delen een interesse voor surrealisme. Nog altijd kunnen we met z’n allen eindeloos praten over wat films en series te bieden hebben.
Wat vind je een uitmuntende videoclip?
Zoals gezegd waren we fervente filmkijkers. Mijn ouders vonden het belangrijk dat we goede films op een groot scherm zagen en namen ons dus regelmatig mee naar bepaalde kaskrakers in de bios. Een film die we veel keken was ‘The Gladiator’. Het deel van de film waarvoor Hans Zimmer in samenwerking met Lisa Gerrard het nummer ‘Now We Are Free’ heeft gemaakt, maakt bij mij wel een gevoel van jeugdsentiment los. Zowel de film als het cassettebandje werd bij ons thuis of in de auto grijsgedraaid. Het is interessant hoe bepaalde beelden of muziekstukken uit eerdere momenten van je leven een blijvende imprint op je kunnen maken.
Welke vrouwelijke musicalster vind je goed?
Die heb ik niet. Toen ik bij het Nederlands Dans Theater werkte, woonde ik in Scheveningen op relatief kleine afstand van het Kurhaus en toch heb ik nog nooit een hele musical gezien. Mijn focus lag op het kunstzinnige. Musical raakte mij niet zoals dans dat wel deed.
Wat is de leukste sport?
Door mijn man, die vroeger professioneel handbalde bij Jong Oranje, ben ik echt in de sportwereld gedoken en ik ben veel sporten daardoor gaan waarderen. Schaatsen, wielrennen, Formule 1, tennis, ik vind het allemaal leuk. Om te kijken dan. Voor mijzelf was het dansen in beweging zijn en dat was gekoppeld aan passie. Ik heb nog geen sport gevonden die ik net zo leuk vind om te doen. Ik geniet wel enorm van wandelen.
Wat is de mooiste stad?
Eten speelt een grote rol in hoe ik een stad beleef, dit is echt een erfenis uit de tijd dat ik met het Nederlands Dans Theater door de wereld toerde. Tijdens voorstellingen speelde ons leven zich af in het hotel of in het theater. Als we op de route daartussen een fijn restaurantje vonden waar we ’s ochtends koffie konden halen en ’s avonds lekker konden eten, dan waren we uiterst tevreden. We hadden nooit echt tijd om de stad te verkennen, of iets te bezoeken. In een goed restaurant krijg je veel mee van de cultuur, van de mensen die er wonen en werken. De architectuur is ook allesbepalend hoe ik naar een stad kijk. Vooral de oude architectuur spreekt mij aan. Amsterdam vind ik prachtig, dat popperige, de historie is overal zichtbaar. Toch staat New York voor mij bovenaan, het is dat bruisende in die stad wat me aantrekt.
Wat is je lievelingsdier?
Ik kijk graag naar Planet Earth-achtige series en ben dan verwonderd door die prachtige dierenwereld. Ik houd wel van iets aaibaars en knuffeligs, ben echt een kattenmens.
Wat is een prachtige naam?
De achternaam van mijn oma, haar meisjesnaam: Fassotte. Dat klinkt toch prachtig, zo buitenlands. Ze komt uit een adellijke familie in België met een echte stamboom erbij, en er zijn restanten van een kasteel in Fassotte. Er zit een hele familiegeschiedenis achter. Dat vind ik zeer intrigerend, de hele mystiek die daar omheen hangt. Ik heb er nog nooit iets mee gedaan, maar dat komt vast nog wel.
Wie is een uitmuntende wetenschapper?
Einstein. Ik zag eens een documentaire over hem en ik kreeg inzicht in zijn leven en hoe hij zich in de Tweede Wereldoorlog toelegde op kernenergie. Zijn tweestrijd tussen nieuwsgierigheid en intellectueel vermogen om nieuwe ontdekkingen te doen en zijn wrange gevoel dat ontstond
door de schaduwzijde van zijn bevindingen. Dit is een goed voorbeeld dat er altijd meerdere perspectieven zijn en dat je kritisch moet blijven.
Wat is een fijne activiteit?
Koffiedrinken op mijn bed. Vooral op zondagochtend, als het heel stil is, en de dag langzaam op gang komt. Om dan in alle rust koffie te drinken, daar kan ik echt van genieten.
Welk element past bij jou?
Water. Brandjes blussen, beweeglijkheid, fluïde. Water is in verschillende vormen waar te nemen en te voelen. Maar dan wel warm water: als ik douche dan gaat de knop steeds warmer. Als ik klaar ben draai ik het terug zodat mijn man niet onder te heet water komt.
Welke app gebruik je het meest?
Whatsapp. Ik besef dat foto-apps ook belangrijk zijn, maar ik ben meestal zo in het moment dat ik op le moment suprème, als mijn zoon bijvoorbeeld kaarsjes uitblaast, vergeet om een foto te maken. Whatsapp is dan voor mij toch de manier om in contact te blijven met de mensen om me heen.
Goed interview Luca, geeft een mooi inzicht in de belevingswereld van Myrthe… en wederom prachtig geschreven!
Ik heb het interview met plezier gelezen.