Vriendschap op Vrijdag - Verhalen

Peter Beeker – Bloed, zweet & wonderlijke fragmenten

Vraag een: wie ben jij?

Ik ben de cowboy zonder paard en een ridder zonder zwaard.

Vraag twee: welke essentie neem je mee in alle rollen die je hebt?

Ik kom in vrede. Dat is mijn essentie. 

Vraag drie: wat was er eerst: God, het universum of de gitaar?

Muziek is God. En het meest universele wat er is. Waar je ook vandaan komt, de sensatie van muziek maken komt overal op hetzelfde neer. Het ontdekken, het creëren, het uitvoeren. De mystiek. Het is magisch, het is ongrijpbaar en het laat zich niet vangen. Je kunt een nummer schrijven, maar in principe bepaalt het nummer hoe het gespeeld wilt worden. Het blijft altijd in verandering. Ook als je een song twintig jaar geleden hebt gemaakt, is er altijd iets nieuws aan te ontdekken. Dat heeft te maken met interpretatie, met de ruimte waar je bent, met de toeschouwer, met hoe je die dag uit bed bent gekomen. 

En dan het lied zelf. Als je het precies wilt spelen zoals het op papier staat, zoals het moet zeg maar, dan is die ruimte voor interpretatie er niet. Maar als je een nummer omarmt als iets wat een moment heeft en niet definitief hoeft te zijn, als je je openstelt en dingen toelaat, dán krijg je cadeautjes. Natuurlijk kom ik op een punt dat ik beslis dat een nummer klaar is, maar dat wil niet zeggen dat het niet meer kan veranderen. Want bij de eindfase, daar begint het pas. 

Vraag vier: waar bevindt zich de ontvangstknop van jouw creativiteit?

In mijn oren. In mijn geest. In hoofd. Het begint met beschikbaar zijn om iets te maken, om iets te ontvangen. Dat gebeurt vaak intuïtief, iets komt min of meer binnengeslopen in mijn hoofd. Ik hoor iets, dat kan heel klein of simpel zijn, en daar brei ik op verder. Beetje klommelen, beetje prutsen, en als het me bevalt, als ik denk: dat resoneert, dan neem ik het op. Op die manier hoef ik het niet te onthouden. Ik heb ook een boekje, voor woorden en tekst, ik schrijf alles nog op papier op.

De ontvangst van muziek, het horen, dat zijn kleine sensaties. Kriebels. Het uitvoeren van muziek daarentegen, is heel lichamelijk. Met mijn hele lichaam en stem maak ik muziek. Sommige muzikanten gaan zwetend het podium af, ik ga al zwetend het podium op. Het is zó intens fysiek, nog los van het spelen zelf. Ik heb een stuk gereedschap in handen, mijn instrument, ik maak geluid, ik zing, het is heel primitief allemaal. Bijna dierlijk. Het doet af en toe pijn, soms haal ik mijn hand open, dan zit er een beetje bloed bij. Of ik schreeuw mijn keel kapot, maar het maakt allemaal niet uit. Ik ken niets waarin alles zó bij elkaar komt, zo rauw, zo dierlijk, zo primitief. De volgende dag heb ik vaak spierpijn, geen stem meer over. Maar dit is het, dit is leven zoals het moet zijn. Totale vrijheid.

Vraag vijf: waar begint het mee, met woorden-tekst of met toon-muziek?

Soms begint het met een woord, soms met een muziekstuk en soms komt alles tegelijk. Er is geen vaste format voor. Hoe lang ik bezig ben met een nummer? Ook dat varieert, van razendsnel tot weken, of zelfs jaren. Zo heb ik een nummer waar ik al meer dan zes jaar mee bezig ben en zo’n acht verschillende versies van heb gemaakt en nog steeds heb ik het niet helemaal gevonden, dat het echt een huwelijk is zeg maar. In gedachten kunnen er 1000 mogelijkheden zijn, er is echter maar één die goed is. Dat hoor je. Dat voel je. Als het klopt, klopt het, dan is er geen speld meer tussen te krijgen. Het is niet de kunst van exacte wetenschap, tenminste, niet voor mij. 

Vraag zes: als leegte een lift is, ga je dan omhoog, omlaag of fladder je heen en weer?

Leegte is voor mij een vaststaand iets. Ik kan mijn hoofd leegmaken en aan niets denken. Ik heb die leegte nodig, om beschikbaar te zijn om muziek te maken. Ik beschouw leegte als een leeg hoofd en een prettige plek. Ik kan dat oproepen, ik heb daar enkel rust voor nodig.

Vraag zeven: welke trilling heeft stilte?

Stilte heeft de trilling van een E-mineur akkoord. 

Vraag acht: wie zou jij graag een podium geven?

Mijn nichtje. Ze is nog niet zolang bezig met muziek. Ciel speelt gitaar, en ze kan liedjes schrijven. Ze is nog jong, een jaar of achttien.

Vraag negen: als je een rondtrip door de VS zou maken, hoe ziet die eruit?

Ik ben er nog nooit geweest en het lijkt me magisch om er eens heen te gaan. In principe mag je me overal neerplanten, in elke staat vind ik mijn weg wel. Montana, de prairie, het zuiden, California, Mississippy. Ik zou het allemaal geweldig vinden. 

Waar ik het liefste heen ga? Ik ben honkvast, en graag in Venlo. Mijn huis is mijn thuis. Ik hoef niet ver weg, of weken achter elkaar op vakantie te gaan. Het is heerlijk om thuis rond te hangen, niets te doen, niets te ondernemen. Te ontspannen. Ik vind het fijn om mijn spulletjes en muziek in de buurt te hebben, dat mis ik toch als ik weg ben. Een weekendje weg is prima, even een ander behangetje zien, maar niet te ver weg. Ik houd van Duitsland, België, Engeland. Ierland en Schotland ook, daar ging ik vroeger vaker heen. Het leuke van op vakantie gaan is thuiskomen: let’s go, so I can get back!

Vraag tien: wat is de sterkste verbinding?

De liefde.

Vraag elf: welke kleur heeft muziek?

Rood. 

Vraag twaalf: 4’33’’ is een compositie die in 1952 geschreven werd door John Cage. Hij deed dit experiment omdat hij de opvatting had dat absolute stilte niet bestaat. Je hoort altijd nog je eigen hartslag, en ademhaling. Bij de uitvoering van dit nummer loopt de pianist naar de piano en raakt geen toets aan in 4 minuten en 33 seconden in tijd, verdeeld over drie delen. Er is totale stilte in een stuk voor piano waarbij slechts omgevingsgeluid of gekuch van het publiek hoorbaar is. 

John Cage zei: ‘er bestaat geen lawaai, enkel geluid.’ En ook: stilte is onopzettelijk geluid.’  Wat vind je van deze uitspraken, nu ik je dit nummer heb laten horen?

Muziek kan ook lawaai zijn, en slecht. Echte stilte ervaar ik nooit. Ik heb altijd wel een ruisje in mijn oor, dat is toch een erfenis van mijn leven als muzikant. Een studio is een geluidsdichte ruimte, toch is er  altijd geluid. Toch is een studio een prettige omgeving, een werkplek. Het is een cocon, en als ik daar ben is het alsof de studio er niet is. Zo werkt dat voor mij. Briljant, dat dit nummer 4’33’’  een single is geworden.

Twaalf korte vragen

Wat is je favoriete geluid?  

De wind.

Wat is het beste podium? 

Alles is een podium, zolang er maar stroom is. Ik heb niet echt een voorkeur. Het is namelijk een optelsommetje: het publiek, de goede vibe, het lekkere geluid, hoe we spelen als band. Ik heb vijf keer in Paradiso gestaan, dat is legendarisch. Afgelopen zaterdag heb ik in Elsoo in een zalencentrum gespeeld, dat was óók legendarisch.

Wat vind je een uitmuntende song? 

Het nummer heet Willin’: the Story of, en is van Little Feat, van het album Sailin’ Shoes. Amerikaanser dan dat wordt het niet. 

Wie is je lievelingsmens? 

Johan Neeskens, deze week is hij overleden. En ook Johan Cruijf. Als kind heb ik gevoetbald, weet je. Ik was geen goede speler, vond het ook niet perse leuk. Maar samen met mijn vader naar het Nederlands elftal kijken, dat vond ik geweldig. Om Cruijf te zien spelen. Hij was toch wel de muzikant onder de voetballers. 

Wat is je beste eigen compositie ooit? 

Het beste moet nog komen natuurlijk. Ik ben nooit helemaal tevreden, daarom maak ik telkens weer een nummer. Voor nu is mijn favoriet ‘Non-stop’, het staat vanaf deze week op Spotify. 

Wat is het genre waar je je het meest in thuis voelt? 

Ik ben een rocker,  ik zit wel meer aan de blueskant. Na rock komt soul, en ik houd ook van countrymuziek. Mijn favorieten daarin zijn Betty Harris, country blues. 

Welke muzikant vind je fantastisch? 

Alles van Bob Dylan. 

Wat is een legendarisch optreden geweest? 

Afgelopen zaterdag in Elsloo, het was te gek. Vorig jaar was dat weer een ander optreden. Ik bekijk dat ter plekke, uiteindelijk zijn alle concerten memorabel. Het raakt altijd wel iets, een kort moment dat ik voel dat het resoneert met het publiek. Momenten waarop je voelt: oké, dit is het. Als je erover na gaat denken, ben je het kwijt. Elke show heeft zo’n moment, dat alles in de ruimte met elkaar in verbinding staat, tijdelijk. Dat is geluk, een fragment. Elk optreden heeft wonderlijke fragmenten. 

Wat was je eerste elpee en welke heb je onlangs gekocht? 

Mijn eerste elpee was van Lionel Ritchie:  Dancing on the Ceiling. De laatste aanwinst was North Mississippi Allstars:  World Boogie Is Coming.

CDEFGAB? 

 G

Wat is het best bezochte concert? 

Bon Iver. Dit is een Amerikaanse indiefolkband die hun debuutalbum in 2008 maakte. Ik was meteen verkocht. Als fan van het eerste uur heb ik ze in concert gezien in een betonnen kraakzaaltje in Keulen. Het was een fantastische setting, ik schat dat er zo’n 150 mensen waren. Legendarische avond.

Majeur of mineur? 

Mineur. Nee, wacht, majeur is toch wel lekkerder. Hoewel… Mineur? Mineurtjes moet je wel doseren. Majeur. Ja. Majeur.

2 Comments

  1. Leuk interview met luchtige muzikale inhoud, met gevoel voor detail. Geschreven door iemand die voelt wat muzikant is.

  2. Een prachtig interview dat je diepe passie voor muziek en creativiteit laat zien. Je beschrijft muziek als iets levends en veranderlijks, met een mooie balans tussen rauwe intensiteit en innerlijke rust. Authentiek, krachtig en vol liefde voor het moment!

Submit a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *